Boeken van Stephen L. Carter

De keizer van Ocean Park speelt zich af in het milieu van zwarte 'upperclass'-families aan de Oostkust - die de zomer doorbrengen in hun buitenhuisje in Martha's Vineyard - en de elitaire wereld van een top-universiteit. De 'keizer' is Oliver Garland, een Afro-Amerikaanse rechter die onder verdachte omstandigheden sterft. Tijdens zijn carrière maakte Garland - briljant, conservatief en berucht vanwege een controversiële reputatie - veel vijanden. Hij kreeg de grootste beloning die een rechter zich maar kan wensen: een benoeming in de Supreme Court. Door een smet op zijn verleden werd hij echter gedwongen zich terug te trekken en moest hij voor het oog van de camera en dat van zijn eigen gezin een diepe vernedering ondergaan. Het leidde tot een nationaal schandaal en een persoonlijk trauma dat hij nooit te boven kwam. Nu, jaren later, brengt de dood van de rechter een nog grover schandaal aan het licht. Is Garland vermoord? Hij heeft een merkwaardig bericht achtergelaten voor zijn zoon Talcott, aan wie hij de afhandeling van een paar 'zaakjes' heeft toevertrouwd. Het blijkt te gaan om een mysterie dat alleen Tal kan oplossen - en uitsluitend door de dubbelzinnigheden van het turbulente verleden van zijn vader bloot te leggen - maar niet zonder er zijn huwelijk, reputatie én zijn leven voor op het spel te zetten.

Eddie Wesley, een jonge veelbelovende schrijver, stuit in een park op het lichaam van Philmont Castle, een rijke advocaat. Wesley beseft dat hij beter kan doorlopen, maar raakt gefascineerd door het gouden kruis dat Castle in zijn hand geklemd houdt. Een omgekeerd kruis, met een mysterieuze inscriptie. Wanneer hij weken later eenzelfde kruis om de hals van een vrouw ziet hangen, gaat hij op onderzoek uit en raakt hij ongewild betrokken bij een internationaal complot. Samen met Aurelia Treene, de vrouw van wie hij houdt, wordt hij meegezogen in een zoektocht naar een geheim genootschap met grootse plannen. Langzaam onthullen ze de waarheid achter de paleisraad, die zijn macht tot in het Witte Huis doet gelden. Wanneer Eddies zuster June verdwijnt, wordt echter duidelijk dat bepaalde personen alles op alles zetten om zijn zoektocht te dwarsbomen.

De zwarte Julia Carlyle, plaatsvervangend decaan op het seminarie, en haar man Lemaster, rector aan de universiteit, leven midden in 'het witte hart' van de universiteitsstad Elm Harbor. De Carlyles genieten veel aanzien, mede omdat Lemaster bevriend is met de president van de Verenigde Staten. Hun rustige leven wordt bruut verstoord als een moord de oude rassenhaat in de stad oprakelt. Julia, die ooit een relatie had met het slachtoffer, raakt bij de zaak betrokken en komt geleidelijk achter het motief van de moord. Een motief dat desastreuze politieke gevolgen blijkt te hebben die zelfs het witte huis niet onberoerd laten.