Boeken van Thomas M. Disch

'Wij hebben de videobanden die jij met Lyle Kramer hebt gemaakt. En we hebben zijn zelfmoordbriefje waarin hij jou met name noemt. Elke jury zal jou zonder aarzelen een hele tijd laten opbergen. En denk maar niet dat je over de prijs kunt onderhandelen. Wij zijn niet uit op je geld, pater. Wij willen je ziel.' Als verspreider van Gods woord en hoeder van goede zeden, staat pater Bryce bij zijn gemeente hoog aangeschreven. Zijn privéleven kenmerkt zich echter door enkele voorkeuren - de meeste met betrekking tot zijn sexuele drift - die hij zorgvuldig voor de buitenwacht verbergt, denkt hij. De werkelijkheid leert anders. Het gaat grondig mis met Bryce als hij onder druk van meedogenloze afpersers een griezelige tatoeage laat prikken; al gauw begint hij te hallucineren van pijn en waant zich in de middeleeuwen - als bisschop in een diocees waar Inquisitie en kruisvaarders genadeloos huishouden onder de ketters. Bryce houdt zijn ervaring voor een droom en zet in zijn dagelijks leven zijn kruistocht voort, tot de pijn van de doorlopende behandeling er oorzaak van is dat hij opnieuw in de middeleeuwen belandt. In een gruwelijke werkelijkheid waaraan niet te ontkomen valt. En wie bekommert zich al die tijd, thuis in zijn parochie, om het gloednieuwe tehuis voor ongewenst zwangere meisjes, gevestigd in de catacomben van een leegstaande kerk...

Op een winterse dag in het Minneapolis van de jaren zeventig krijgt de jonge Billy Michaels een visioen waarin de kerstman aan hem verschijnt. Op dat cruciale ogenblik in zijn leven vangt hij voor het eerst een glimp op van de macht die zijn levensloop zal vormen en vervormen. Want deze kerstman is niemand minder dan de eeuwenoude god Mercurius, die Billy laat kennismaken met een buitengewone macht... die van de slangenstaf. Gaandeweg leert Billy hoe hij deze verschrikkelijke talisman kan activeren en gebruiken, soms met rampzalige gevolgen. Niet alleen zijn vijanden ondervinden dat, maar ook zijn vrienden, onder wie zijn knappe stiefzuster en zelfs zijn moeder. Maar de aantrekkingskracht van de duivelsstaf is en blijft onweerstaanbaar. Als Billy tenslotte dr. William Michaels is, immens rijk, directeur van een medisch researchteam en een nationale bekendheid, kent zijn almacht nauwelijks beperkingen. Dan gebeurt er iets waaruit blijkt dat hij al te veel grenzen heeft overschreden, dat de terugweg is afgesloten en dat de enige weg die hij kan gaan naar een gruwelijke finale leidt...

De Planten komen iedere dag dichterbij. Kleiner en kleiner wordt het groepje mensen dat stand weet te houden. Kleiner en kleiner wordt hun akker. De Planten groeien welig genoeg en hun sap is voedzaam en onuitputtelijk. Hoog rijzen hun vreemde stengels over de kleine nederzetting. Het lieflijke beeld uit het begin van dit verhaal krijgt allengs een dreigende tint. Geruchten over zinloze verbrandingen verspreiden zich. Mensen en dieren worden verzengd aangetroffen; de daders zijn onbekend. Een aartsvaderlijke boer vlucht met zijn gemeenschap weg van de verschroeingsdood, naar een beschermende grot. Vandaar dringen zij door in de onderwereld van de plantenwortels, en belanden in een duister doolhof waarin zij jammerlijk dreigen om te komen. Maar de hel verkeert in een luilekkerland. Het kleverig webwerk, die witte draden, het is een overvloed van zoete suikerspin. De mens lijkt opnieuw overwinnaar. Maar waar komen die planten vandaan? En die branden?

Het verhaal speelt kort nadat de materiezender is uitgevonden. Met dit nuttige apparaat kan men alles en iedereen in geen tijd van de ene plek naar de andere overzenden, geeft niet waarheen, als er maar een ontvanger staat. Transport per radio, als het ware. Natuurlijk is zo'n materiezender erg handig. Maar hij is ook nog erg nieuw... misschien zijn er wel bijverschijnselen. Wie zal het zeggen? In ieder geval niet de mensen die er van te lijden hebben! Zij kùnnen namelijk helemaal niets meer zeggen. In hun schimmenrijk zijn ze onzichtbaar, onhoorbaar, ontastbaar - totaal niet waarneembaar voor de echte wereld. Iedere transmissie van de zender produceert een echo, een schim: een spookachtig duplicaat splitst zich af, van alles wat verzonden wordt. Zo raakt het schimmenrijk steeds voller... Tot overmaat van ramp doet de schim van Nathan Hansard de verlammende ontdekking dat de Aarde vanaf Mars met totale vernietiging wordt bedreigd. Als spook zal het hem niet meevallen het onheil te stuiten!

Als gevolg van kritiek op de totalitaire regering, komt een begaafd dichter voor onbepaalde tijd in een geheime gevangenis. Het blijkt een inrichting te zijn voor psychologische experimenten. De gevangenen worden onvrijwillig als proefkonijn gebruikt voor een geheimzinnig experiment met dodelijke afloop. De dichter krijgt de taak alles te observeren en op te schrijven, inclusief zijn meningen en kritiek. In ruil wordt hij niet behandeld. In dit stadium weet hij het doel van de behandeling nog niet: maar zijn medegevangenen sterven als ratten. Tenslotte ontdenkt hij het doel van het kamp: welk doel de middelen moet heiligen - de middelen van een concentratiekamp (maar geraffineerder, en veel effectiever). Het hele sinistere komplot schijnt geen ander nut te hebben dan als tijdverdrijf te dienen voor de sadistische ambtenaar die het project wanbeheert, want het experiment is totaal zinloos. Maar in ieder geval vinden lastige burgers hier een onopvallend einde. Op een kwade dag wordt de dichter toch behandeld, aanvankelijk zonder het te weten... In tegenstelling tot het slot van De Uitroeiers van Disch is het einde van Kamp Concentratie bepaald vrolijk. En onverwacht...

Alice Raleigh, de 11-jarige blanke erfgename van een enorm fortuin, is ontvoerd en het gevraagde losgeld bedraagt een miljoen dollar. Om er zeker van te zijn dat haar verblijfplaats niet door de politie wordt ontdekt, verven de ontvoerders haar huid bruin, knippen haar lange blonde haar af en sluiten haar op in een bordeel. Na een poosje gaat Alice zich aan haar bizarre omgeving aanpassen en ze komt erachter wie haar heeft ontvoerd. En dan wordt het echt schokkend... * Dit boek is geschreven door Thomas M. Disch en John T. Sladek.