Boeken van Tobias Hill

De oorlog is voorbij. Kleine kinderen spelen tussen de platgebombardeerde huizen van East End, Londen. De ouders proberen hun levens weer op te bouwen in een land, arm ondanks de overwinning. Voor Clarence en Bernadette Malcolm uit Jamaica vallen de gouden bergen in het moederland tegen. Solly en Dora Lazarus ontvluchtten het vasteland, maar ontkomen niet aan hun verleden. Michael en Mary Lockhart jagen vastberaden het succes na. Als Michael een gruwelijk ongeluk veroorzaakt, realiseert hij zich dat de prijs voor hun geluk hoog is. De toekomst van velen is dramatisch veranderd. En niet iedereen is ervan overtuigd 'dat het goed komt'.

Ben Mercer wil zijn oude vak archeologie weer oppakken, nadat zijn vrouw met hun dochter hem heeft verlaten. Via collega Eberhard ontdekt hij dat er opgravingen zijn in Sparta, precies het gebied dat hem interesseert. In het zuiden van Griekenland treft hij onder de gravers een hecht groepje aan waar hij bij wil horen. Hij voelt zich aangetrokken tot het charisma van Jason, de overdonderende schoonheid van Natsuko en Eleschen en de agressieve opstelling van Eberhard en Max. Hoewel de Griekse mannen in de ploeg hem waarschuwen, doet hij alles om bij hen in het gevlij te komen. Te laat ontdekt hij dat sommige dingen beter verborgen kunnen blijven.

Beschrijving 'Ze gaan verder naar de perrons. Boven in de stad loopt Casimir voorovergebogen, weet hij geen raad met zijn lengte. Maar hier beneden beweegt hij zich natuurlijker, ook al is er onder de half ronde boog van de tunnel nauwelijks ruimte voor zijn hoofd. Hij is zich er altijd van bewust dat mensen zich door hem bedreigd kunnen voelen, en niet alleen vanwege zijn opvallende, grote lijf op de zachte voeten. Hij roept verwarring op, zoals iemand die grote angst heeft doorstaan verwarrend kan zijn. Hij stelt zich voor dat het als een geur van hem afstraalt: niet langer van angst, maar wel van iets om bang voor te zijn.' Een station van de Londense ondergrondse wordt opgeschrikt door een aantal geheimzinnige ongelukken. Mensen vallen voor de trein. Of worden ze geduwd? De jonge Poolse emigré Casimir, die bij de ondergrondse werkt, neemt geen genoegen met halfslachtige verklaringen. In zijn zoektocht naar de kwade genius achter de ongelukken raakt hij in de greep van het mysterieuze 'meisje van de ondergrondse'. Hoe meer hij haar benadert, hoe dichter hij op het spoor komt van de dader... Ondergronds is een meeslepende literaire misdaadroman, die zich afspeelt in het donkere hart van de metropool Londen. Maar daarnaast is het ook het verhaal van Casimir. In korte fragmenten wordt zijn jeugd in een grauwe Poolse stad geschetst: de alcoholische vader, een moeder die haast mythische proporties aanneemt. Gaandeweg begrijpen we steeds meer van Casimirs persoonlijke ondergrondse bestaan, begrijpen we wat hem drijft en wat hem zo fascineert in het meisje van de ondergrondse.

Jaren voordat hij op de Brug van Montereau vermoord werd, liet Hertog Jan zonder Vrees van Bourgondië een sierraad maken dat De Drie Gebroeders werd genoemd. Het was een schouderspeld, vernoemd naar drie fonkelende, volkomen identieke robijnen. Als Katherine Stern haar ogen sluit, ziet ze het voor zich: de overdonderende schoonheid van dit juweel. Het leven van Katherine wordt volledig beheerst door haar zoektocht naar De Drie Gebroeders. Het mysterie van de verdwijning van het juweel - nu opgesplitst in losse stenen - brengt haar over de hele wereld. Maar de honderden jaren voordat zij leefde, hadden de stenen vele beroemde eigenaars. Hun verhalen raken verweven met dat van Katherine, in dit epische verhaal over bezetenheid, over bezit en wat er van de liefde kan worden.