Boeken van Andrew Sean Greer

'We zijn allemaal iemands grote liefde.' Zo begint De bekentenissen van Max Tivoli, een liefdesverhaal met een verteller als geen ander.

Bij zijn geboorte in San Francisco in 1871 zijn Max’ ouders verbijsterd als blijkt dat hij het gezicht, de ogen en de huid van een oude man heeft. Hij is gedoemd om achterwaarts te verjaren, waarbij de rimpels langzaam plaatsmaken voor de roze huid en het blonde haar van een jonge man.

Van jongs af aan heeft Max geleerd om zich zo onopvallend mogelijk te gedragen, maar de waarschuwingen van zijn moeder kunnen niet voorkomen dat de jonge Max hevig verliefd wordt op zijn buurmeisje Alice. Een toevallige ontmoeting in de jaren daarna, als hun leeftijden elkaar kruisen, brengt ze opnieuw bij elkaar, maar al snel moet Max weer alleen verder, op zoek naar de enige vrouw van wie hij ooit heeft gehouden.

Het zit Arthur Less niet mee. Zijn schrijverscarrière loopt vast, zijn vijftigste verjaardag hangt boven zijn hoofd en hij krijgt een uitnodiging voor de bruiloft van zijn ex-minnaar. Gelukkig is er een uitweg: een reeks internationale uitnodigingen van halfbakken literaire evenementen. Arthur neemt ze allemaal aan en vertrekt. Want wat kan er nou misgaan?

Zo begint een reis om de wereld in tachtig dagen vol fiasco’s en misverstanden. Van Italië, Duitsland, Frankrijk, Marokko tot India ontmoet hij nieuwe liefdes, probeert oude te vergeten, overdenkt zijn leven en komt op een afgelegen eiland de enige persoon tegen die hij probeert te ontwijken.

De loop van de kleine planeten is gesitueerd in de wereld van astronomen. Hun beroepsmatige vertrouwen in rationaliteit en objectiviteit blijkt een uitermate slechte voorbereiding te zijn op de navigatie door de donkere domeinen van de menselijke ziel.

In 1965 komt op een klein eiland in de Stille Zuidzee een groep astronomen samen om getuige te zijn van het passeren van een komeet. Wanneer een jongen tijdens een meteorietenregen overlijdt, verandert het leven van de wetenschappers en hun geliefden op subtiele, maar ingrijpende wijze.

Op een zaterdagmorgen in San Francisco in 1953 wordt Pearlie Cook - een toegewijde huisvrouw die zorgt voor haar ziekelijke man en voor haar aan polio lijdende zoon - verrast door een vreemdeling die aan de voordeur verschijnt. Hij zet haar hele leven op zijn kop, waardoor ze gaat twijfelen aan alle zekerheden die ze ooit had.

Hoe goed kent ze haar echtgenoot eigenlijk? Wat wil deze vreemdeling in ruil voor honderdduizend dollar? Zes maanden lang moet Pearlie zich tot het uiterste inspannen om haar omgeving te begrijpen, in het bijzonder haar man Holland.