Boeken van James Clavell

Yokohama 1862. Japan bevindt zich op de rand van een burgeroorlog. Rivaliserende groepen samoerai vechten verbeten om de macht. Een groep jonge, idealistische krijgsheren is vastbesloten de oude tradities weer in ere te herstellen; zij vinden dat Yoshi Toranaga – de eerste Shõgun – de macht van hun keizer heeft gestolen. De volgelingen van de Shõgun gaan echter tot het uiterste om het gezag van hun heerser te vuur en te zwaard te verdedigen. Centraal in deze wereld van corruptie en eergevoel, intriges en persoonlijke offers, staan de Gai-jin, de vreemdelingen. De gehate, arrogante buitenlanders die proberen te profiteren van de onderlinge twisten: zij handelen met elke Japanse partij die voldoende geld bezit. Het enige waarin de Gai-jin zijn geïnteresseerd, is de torenhoge winst die ze op hun oorlogsmaterieel kunnen maken. Onderling zijn de Gai-jin echter sterk verdeeld. Britten staan lijnrecht tegenover de Fransen, de Pruisen tegenover de Russen, en de kooplui tegenover de militairen. Eén van de rijkste handelshuizen die zich in Yokohama heeft gevestigd, is het machtige Noble House. En het is de jonge Malcolm Struan, kleinzoon en erfgenaam van de legendarische Dirk Struan, die de Japanse belangen van Noble House overeind moet houden. Maar als Malcolm levensgevaarlijk gewond raakt bij een treffen met vijandige samoerai, lijkt het geluk de Struans en Noble House in de steek te laten. Tyler Brock, de eeuwige aartsvijand van de Struan-familie, beraamt in het diepste geheim plannen om de macht van Noble House voor eens en altijd te breken...

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Singapore het belangrijkste Britse bastion tegen de vijandelijk opmars. Toen de stad in 1942 door het Japanse leger werd ingenomen, betekende dat het verlies van Oost-Indië en van de daar gelegerde geallieerde troepen. Bijna 150.000 jonge mannen werden gevangen genomen en onder beestachtige omstandigheden in krijgsgevangenkampen ondergebracht. Slechts één op de vijftien soldaten overleefde deze ontberingen. Changi was een van de meest beruchte krijgsgevangenkampen in Azië. Duizenden stierven er aan dysenterie, malaria en andere tropische ziekten; duizenden bezweken aan de honger en de ontberingen; duizenden werden officieel geëxecuteerd of zomaar doodgeslagen. Wie deze smerige poel van ellende wilde overleven moest over uitzonderlijke kracht, geluk en intelligentie beschikken... en van deze uitverkorenen kon er maar één koning zijn. Koning Rat vertelt het spectaculaire verhaal van die ene man, die ene Amerikaanse korporaal, die er met ongeëvenaarde vindingrijkheid, moed en zakeninstinct in slaagde zelfs in deze stinkende hel een stukje paradijs voor zichzelf en zijn vrienden te veroveren. * Dit boek is ook uitgebracht onder de titel Rattenkoning.

Hong Kong, 1963. Noble House is de grootste en meest welvarende handelsonderneming van Hong Kong. Talrijk zijn de geruchten die over dit huis de ronde doen. Noble House wordt bestuurd door Ian Dunross. Hij is de tai-pan, de Westerse leider, de onbetwiste meester van de onderhandelingstafel, die op de momenten dat het gevaar het grootst is een onnatuurlijke, ijzige kalmte tentoonspreidt. In Hong Kong zwaaien de Engelsen de scepter en vinden Chinezen regelmatig mogelijkheden om de beslissingen van hun heersers in eigen voordeel te vertalen. Dan wordt dit Britse territorium opgeschrikt door de aankomst van een Amerikaanse man en vrouw die hun zinnen hebben gezet op de verovering van de Aziatische handelsmarkt. Zij zijn experts op het gebied van financiële zaken, doch weten niets van de regels en wetten die het leven in Hong Kong beheersen. Hong Kong is in de ban van het geld. De strijd om rijkdom en aanzien te verwerven speelt zich af op alle niveaus; van het goklustige dienstmeisje tot de meedogenloze rivaliteit tussen de presidenten van de machtige handelsondernemingen. Twee van hen, Ian Dunross van Noble House en Quillan Gornt van Rothwell-Gornt, raken verwikkeld in een strijd op leven en dood. Noble House verkeert in ernstige financiële moeilijkheden en de toekomst van Hong Kong hangt af van het lot dat deze handelsonderneming is beschoren. Voor Gornt is dit een unieke kans een poging te wagen zijn concurrent voor eeuwig te vernietigen. Line Bartlett en de beeldschone Casey Tcholok doen hun uiterste best de twee rivalen tegen elkaar uit te spelen om daar zelf profijt van te trekken. Hong Kong trilt op zijn grondvesten...

James Clavell spendeerde vier jaar aan het schrijven van deze roman, die zich afspeelt in het feodale Japan van de 17de eeuw. Een tijdperk waarin de ridders een verbeten strijd leveren; waarin zij er allen naar streven ‘shogun’ te worden en de hoogste militaire macht te bereiken. Op uiterst boeiende wijze schildert Clavell de confrontatie tussen Oost en West, wanneer één van de eerste Europese schepen die de Staat van Magalaes passeert, na schipbreuk te hebben geleden in een hevige storm, in Andjiro arriveert. Aan boord bevindt zich stuurman John Blackthorne, en met hem een dozijn menselijke wrakken. Blackthorne droomt ervan de handel tussen Japan en China van de Portugezen over te nemen, om vervolgens als een rijk en geëerd man naar huis terug te kunnen keren. Maar al spoedig staat hij oog in oog met zijn voornaamste tegenstander, Toranaga, die met niets ontziende middelen het gestelde doel tracht te bereiken: shogun worden en de strijdende samoerai verenigen onder zijn leiderschap. En dan is er nog vrouwe Mariko, die verliefd wordt op de ‘barbaarse’ indringer en hem inwijdt in de geheimtaal van de oosterse liefde...

Dick Struan is de Tai-Pan van de Grote Compagnie, het invloedrijkste en meest gevreesde handelshuis van het Verre Oosten. Twintig jaar lang zet hij zich dag en nacht in om Hongkong tot aanzien en bloei te brengen en er zijn imperium te grondvesten. Als China na de eerste opiumoorlog Hongkong afstaat aan de Engelsen, is het een poel van honger, armoede en ellende, een oord waar de misdaad welig tiert. Niemand heeft oog voor de schoonheid en de strategische positie van de haven. Niemand ziet de belangrijke rol die Hongkong als toegangspoort tot het mysterieuze China zou kunnen spelen. Niemand behalve één man: Dirk Struan. Met onverschrokken moed, doorzettingsvermogen en visie bindt hij de meedogenloze strijd aan met Tyler Brock, zijn concurrent, die Struan op alle manieren dwarsboomt en geen middel schuwt om hem in het verderf te storten. Doch zelfs als er bloed vloeit weet Struan van geen wijken. Met aan zijn zijde de hemelse schoonheid May-May, die een verbluffende wijsheid en een uitzonderlijke lieftalligheid in zich verenigt, trotseert hij alle gevaren.

Februari 1979. Iran valt ten prooi aan chaos, fanatisme en geweld. De sjah heeft het land verlaten. Ayatollah Khomeini – ‘de Wervelwind Gods’ – is teruggekeerd uit ballingsschap. De straten van Teheran worden geteisterd door de terreur van zijn opgezweepte aanhangers. Hun wraak is meedogenloos, niet alleen op de gehate Amerikanen, maar ook op de onorthodoxe landgenoten. Executies zijn aan de orde van de dag. En op de achtergrond spelen KGB, CIA en MI6, evenals de Mossad en de PLO hun niet te onderschatten rol. In deze hel van geweld, fanatisme en allesverterende vreemdelingenhaat proberen de mannen van het Britse helikopterbedrijf S.G. hun werk te blijven doen en hun helikopters in de lucht te houden. Maar de dreiging wordt steeds groter, de vluchten steeds riskanter en uiteindelijk wordt hun werk bijna onmogelijk. De mannen worden het slachtoffer van de haat – en wraakgevoelens van de fanatieke moslims en het doelwit van verraders, spionnen en moordenaars. De door de wol geverfde piloot McIver en zijn dappere vrouw Genny, de Fin Erikki en zijn beeldschone prinses Azadeh, de doortastende Tom Lochart en zijn Iraanse echtgenote Sharazade; het leven van deze mensen is in direct gevaar. Als Khomeini besluit de helikoptermaatschappij te nationaliseren, geeft de geharde directeur Andrew Gavallan opdracht ‘operatie Wervelwind’ te starten, een laatste poging om te redden wat er te redden valt...