Boeken van Georgia Hunter

1940, Italië. Joodse vriendinnen Lili en Esti proberen een normaal leven te leiden tot Duitsland Noord-Italië bezet. Samen vluchten ze met Esti's zoon Theo naar het platteland om oorlogskinderen te verbergen en vinden ze later onderdak in een klooster in Florence. Daar vervalsen ze, vermomd als nonnen, papieren voor het verzet.

Wanneer het klooster getroffen wordt door een ramp en Esti zwaargewond raakt, smeekt ze Lili om voor haar zoon Theo te zorgen. Doodsbang begint Lili aan een gevaarlijke reis naar het zuiden, door bezet gebied en gebombardeerde steden, vastberaden om Theo veilig houden.

In de lente van 1939 leidt de Joodse familie Kurc een redelijk normaal leven in Polen. Tot de oorlog uitbreekt. De vijf broers en zussen raken over vijf werelddelen verspreid. Addy, musicus, weet een Braziliaans visum te bemachtigen. Jakob gaat in het verzet. Mila verbergt haar dochter in een klooster. Genek belandt in een Siberisch strafkamp. De zwangere Halina vlucht te voet over de Oostenrijkse Alpen de vrijheid tegemoet.

Met een dramatische vaart wordt de lezer getransporteerd van de jazzclubs van Parijs en de meest wrede gevangenis van Krakau tot de havens van Noord-Afrika en de bitterkoude bossen van de Goelag, in een caleidoscopische, adembenemende roman, die is geïnspireerd op het familieverhaal van de auteur. Gedreven door hun onwrikbare wil om te overleven lukt het de Kurcs tegen alle verwachtingen in, en vaak door puur geluk, hun familie bij elkaar te houden.