Boeken van Viet Thanh Nguyen

In De vluchtelingen geeft Viet Thanh Nguyen een stem aan alle mensen die zich tussen twee werelden bevinden, tussen het geadopteerde vaderland en het geboorteland.

Nguyen vertelt ons onder meer over een jonge Vietnamese vluchteling die een ernstige cultuurschok oploopt als hij met twee homoseksuele mannen in San Francisco gaat wonen, over een vrouw wier man aan dementie lijdt en haar begint te verwarren met een vroegere geliefde, en over een meisje in Ho Chi Minh Stad van wie het oudere halfzusje terugkomt uit Amerika en schijnbaar alles heeft bereikt wat zij nooit zal doen.

Het is april 1975 en in Saigon heerst chaos. In zijn villa zit een generaal van het Zuid Vietnamese leger whiskey te drinken en hij is samen met zijn getrouwe kapitein een lijst aan het opstellen van mensen die een plaats krijgen op een van de laatste vluchten het land uit. De generaal en zijn landgenoten gaan een nieuw leven beginnen in Los Angeles. Ze zijn zich er niet van bewust dat een van hen, de kapitein, in het geheim de groep observeert en verslag uitbrengt aan een meerdere in de Vietcong.

De sympathisant is het verhaal van deze kapitein, een man grootgebracht door een afwezige Franse vader en een arme Vietnamese moeder, een man die in Amerika ging studeren aan de universiteit, maar terugkeerde naar Vietnam om te vechten voor de communistische zaak.

Viet Thanh Nguyens verbazingwekkende roman biedt een kijkje in de ziel van deze dubbelagent, een man wiens hooggestemde idealen vereisen dat hij de mensen die hem het meest nabij zijn moet verraden.

Vietnamees in Parijs volgt 'De sympathisant’ als hij als vluchteling in Parijs aankomt. Daar proberen hij en zijn bloedbroeder Bon te ontsnappen aan het verleden en zich voor te bereiden op hun toekomst: ze richten zich op het kapitalisme in een van zijn puurste vormen. Drugshandel.

Niet langer fysiek in gevaar - maar nog steeds innerlijk gekweld door de heropvoeding van zijn voormalige beste vriend - worstelt de verteller om te assimileren in de dominante Parijse cultuur. Als hij in aanraking komt met een groep linkse intellectuelen en politici die regelmatig dineren bij zijn Frans-Vietnamese ‘tante’, vindt hij niet alleen een stimulans voor zijn geest, maar ook klanten voor zijn koopwaar.

Maar wat hij niet voorziet zijn de gevaren van het nieuwe leven dat hij aan het opbouwen is: van onderdrukking door de staat tot de zelfkwelling van verslaving tot de schijnbaar onoplosbare paradox van hoe hij zijn twee beste vrienden kan herenigen, mannen die door hun wereldvisie volledig tegengesteld zijn.

Met inzicht, humor, formele vindingrijkheid en lyriek spoelt Viet Thanh Nguyen de film van zijn eigen leven terug...

Op vierjarige leeftijd worden Viet en zijn familie gedwongen om hun geboorteplaats in Vietnam (Ban Mê Thuot) te verlaten. Als vluchtelingen komen ze aan in de Verenigde Staten, waar de kleine Viet direct bij zijn ouders wordt weggehaald en bij een Amerikaanse familie wordt ondergebracht. Later is het gezin weer herenigd en vestigt zich in San José.

Achter de zonnige façade van wat Nguyen Amerika TM noemt, gaat geweld schuil. Op kerstavond, als de negenjarige Viet thuis tekenfilms kijkt, hoort hij dat zijn ouders zijn neergeschoten terwijl ze aan het werk waren in hun kruidenierswinkel, de SàiGòn Moi. De winkel is een plek waar hij soms met een stickerpistool helpt met het prijzen van fruitblikken.

Jaren later brengt het bloedstollende drama in films over de Vietnamoorlog, zoals Apocalypse Now, de tiener Nguyen in een existentiële crisis: hoe kan hij zowel Amerikaan als Vietnamees zijn, zowel de moordenaar als de persoon die gedood wordt?

Als Nguyen - hij is inmiddels volwassen - hoort over zijn zus die in Vietnam is achtergebleven en haar uiteindelijk opzoekt, realiseert hij zich hoeveel zijn ouders hebben achtergelaten.