Boeken van Louise Erdrich

Pluto, North Dakota, een stadje aan de rand van een indianenreservaat. Hier is iedereen met elkaar verbonden - door vriendschap, werk of familiebanden, en door de last van een gruwelijke misdaad en de daaropvolgende vergelding.

Dit is de plek waar Evelina Harp opgroeit: van gemengd bloed, slim en geestig, en voortdurend hopeloos verliefd. Evelina's grootvader, Mooshum, is een geweldige verhalenverteller, en pijnlijk goed op de hoogte van het gewelddadige verleden. En niemand begrijpt de zwaarte van het misdrijf beter dan rechter Antone Bazil Coutts, die vol mededogen over de mensen die hij moet berechten verhaalt.

Gezamenlijk vertellen zij de verhalen van verschillende generaties en families in deze uithoek van de wereld, verbonden door liefde, en verscheurd door schuld en boete.

Hoofdpersoon in De kroon van Columbus is Vivian Twostar – van gemengd Amerikaans-Indiaans, Ierse en Spaanse afkomst. Zij is gescheiden, pragmatisch, veertig jaar en antropologe, met een onhandelbare zoon van zestien, een kwaadaardige grootmoeder en een baby op komst. Haar losvaste minnaar is in veel opzichten haar tegenpool: erudiet, verlegen, een gevestigd wetenschapper, een geboren en getogen Nieuw-Englander.

Als Vivian een fragment van Christophorus Columbus’ verloren logboek ontdekt dat verwijst naar ‘de grootste schat van Europa’, wordt het paar tot een reis naar de Bahama’s gedreven, die hun leven eerst bedreigt en uiteindelijk voor altijd verandert.

* Geschreven door Louise Erdrich & Michael Dorris.

1953. Thomas Wazhashk is nachtwaker bij de lagersteenfabriek in het Turtle Mountain-reservaat. Daarnaast is hij stamhoofd van de Chippewa-indianen. Al enige tijd hoort hij verontrustende geluiden vanuit Washington over een 'emancipatiewet'. Deze wet zou een einde maken aan de verdragen met de Amerikaans-indiaanse stammen – verdragen die waren overeengekomen voor 'zolang het gras groeit en de rivieren stromen'. Thomas realiseert zich algauw dat deze wet niets met vrijheid te maken heeft, maar als doel heeft de indianen hun land en hun identiteit te ontnemen. Hij besluit te vechten voor zijn volk, koste wat het kost.

Ondertussen verlaat zijn nichtje Patrice - of Pixie, zoals ze tegen haar zin wordt genoemd - het reservaat om op zoek te gaan naar haar zus, die spoorloos verdwenen is. Haar zoektocht brengt haar naar Minneapolis, waar ze geconfronteerd wordt met de harde realiteit van een wereld waarin ze zich maar niet thuis voelt.

Gebaseerd op het buitengewone leven van haar grootvader verkent Louise Erdrich in De nachtwaker het meedogenloze lot van een volk dat moet vechten voor zijn bestaan. Erdrich brengt haar personages op onvergetelijke wijze tot leven en vertelt een weergaloos verhaal over een zwarte bladzijde uit de Amerikaanse geschiedenis en een strijd die nog altijd niet geheel gestreden is.

Na jaren gevangenschap komt de indiaans-Amerikaanse Tookie weer vrij. Gedreven door haar in de cel ontdekte liefde voor boeken gaat ze op zoek naar een nieuw bestaan. Ze vindt een baan als boekverkoper bij een kleine boekhandel in Minneapolis, waar ze wordt omringd door ontelbare verhalen. Maar wanneer Tookies ‘irritantste favoriete klant’ overlijdt en haar geest in de boekhandel blijft ronddwalen, wordt ze gedwongen de spoken uit het verleden onder ogen te zien.

Ondertussen gaat de wereld op slot vanwege de pandemie en wordt Minneapolis opgeschrikt door de moord op George Floyd. Gevangen in een verdeeld land vindt Tookie een toevluchtsoord tussen de boeken en probeert ze haar weg te vinden in een jaar dat het begin van het einde lijkt.

De wereld zoals we die kennen is ten einde gekomen. Er is sprake van een omgekeerde evolutie: planten en dieren reproduceren zich nog wel, maar met als resultaat bevreemdende oerversies van zichzelf. Er gaan geruchten dat ook vrouwen bevallen van een primitievere mensensoort. Als gevolg van repressieve nieuwe wetten worden alle zwangere vrouwen opgepakt door speciale politie-eenheden. Straten krijgen Bijbelse namen en buren keren zich tegen elkaar.

Terwijl de samenleving langzaam ineenstort, probeert de zwangere Cedar Hawk Songmaker te vluchten en haar biologische ouders te vinden in een indianenreservaat in het noorden van de Verenigde Staten. Opgejaagd door de politie en hun informanten zet ze alles op alles om haar ongeboren kind te beschermen.

Liefdesmedicijn laat de kracht van de liefde zien in al haar gradaties. Als decor gebruikt Erdrich twee familiestammen, de Kashpaws en de Lamartines, in en nabij een indianenreservaat in Noord-Dakota. De liefde schenkt de mens in dit boek de kracht en de wil zijn unieke, individuele existentie te bevestigen en zich trots te beroepen op het "essentiële onderscheid", maar tegelijk wenst hij de grenzen van zijn ego te doorbreken en zich te verenigen met het water, de aarde, de nacht, het Niets en het Al.

Deze roman munt uit in haar fijne zielkundige karakter-ontleding en -beschrijving, de dramatische kracht in het weergeven van de strijd der menselijke hartstochten, de scherpe opmerkingsgave voor de verschijnselen der uiterlijke wereld en de schilderachtige vertolking van de schoonheden der natuur.

1932. Na de dood van hun vader worden de jonge Karl en Mary Adare opgenomen in het gezin van hun tante in Argus, een stadje in Noord Dakota aan de rand van een indianenreservaat. Wanneer Mary de half-indiaanse Celestine ontmoet ontstaat er een vriendschap die hun leven lang zal duren...

In Sporen vertelt het oude stamhoofd Nanapush zijn kleindochter over de laatste 'vrije' dagen van de Chippewa-stam in hun reservaat in Noord Dakota toen de blanken nog niet al het land hadden afgepakt en de indianen nog enige onafhankelijkheid hadden weten te behouden.

De halfbloed-indiaanse Pauline vult dit verhaal over de jaren 1912-1924 vanuit haar invalshoek verrassend aan. Met name bij Pauline bereikt het conflict tussen de oude en de nieuwe waarden een climax als zij in het klooster treedt en dan moet erkennen dat Christus nog niet in alle opzichten tegen Manitou is opgewassen.

In deze gedurfde en rijke roman staan vijf vrouwen centraal. Hun levens worden verbonden door één man: Jack Mauser. De vrouwen, die allemaal een relatie met Jack Mauser hebben gehad, komen met z'n vijven vast te zitten tijdens een sneeuwstorm. Allemaal vertellen ze hun even grappige als pijnlijke verhaal van brandende liefde. Hun gebroken harten worden geheeld door de openbaringen die de muren tussen hen slechten.

Jack Mauser is een grote en hartstochtelijke man. Hoewel hij aanvankelijk centraal staat in elk verhaal, wordt hij gaandeweg minder belangrijk en spreken de vrouwen meer over de gevoelens die ze voor elkaar hebben. Eleanor is verwend, sensueel en slim; Candice is tegelijkertijd flinker en kwetsbaarder dan ze denkt, vooral wanneer ze merkt dat ze aantrekkelijk wordt gevonden door een andere vrouw; Marlis is een alleenstaande moeder die niet weet wat ze wil; de trouwe en wanhopige Dot is Jacks laatste en dapperste vrouw.

1847. Zo lang Omakayas zich kan herinneren woont ze al met haar familie op het eiland dat door haar volk het Eiland van de Goudborstspecht wordt genoemd. Hoewel de chimookoman, de blanken, hun gebied steeds verder binnendringen, verandert er weinig in hun leven.

Elke zomer bouwt het gezin een nieuw berkenschorshuis; elk najaar gaan ze naar het rijstkamp om te oogsten en feest te vieren. Voor de eerste sneeuw valt, verhuizen ze naar hun blokhut van cederhout, en het eind van de lange, koude winter vieren ze in het ahornsuikerkamp. Tussen de bedrijven door maakt Omakayas ruzie met haar vervelende kleine broertje Beetje, speelt ze met de schattige baby Neewo en probeert ze net zo volwassen te zijn als haar knappe oudere zusje Angeline.

Dat prettige levensritme wordt echter ruw verstoord wanneer er op een winteravond een bezoeker in het dorp komt. Hij brengt een onzichtbare vijand mee, die ieders leven voorgoed verandert.