Boeken van Elly Griffiths

Een mysterieuze dode en een onvoorwaardelijke vriendschap...

Brighton, 1950. Een meisje wordt in drieën gesneden gevonden en rechercheur-inspecteur Edgar Stephens is ervan overtuigd dat de moordenaar een beroemde goocheltruc nabootst: het zigzagmeisje. De bedenker van de truc, Max Mephisto, was ooit samen met Edgar onderdeel van een geheime eenheid in de Tweede Wereldoorlog genaamd de Magic Men, die met behulp van goocheltrucs de vijand misleidde.

Edgar schakelt de hulp van Max in en wanneer duidelijk wordt dat het vermoordde meisje de voormalige assistente van Edgar is, realiseren zij zich dat de antwoorden in deze zaak in hun verleden als Magic Man liggen...

Twee verdwenen kinderen en een spoor naar het verleden...

December 1951. Terwijl het sneeuwt en Kerstmis nadert, onderzoekt rechercheur Stephens de verdwijning van twee kinderen, Mark en Annie. Dan worden de lichamen van de kinderen gevonden op een afgelegen plek, omringd door een spoor van snoepjes. De zaak doet denken aan een beroemde moord van jaren eerder.

Wanneer kort daarna nog een kind verdwijnt moet Stephens in een race tegen de klok alle puzzelstukken op hun plaats weten te leggen, voordat het te laat is.

Dan Golding, een oude vriend van Ruth Galloway, komt om bij een brand. Vlak voor zijn dood schreef hij haar dat hij een baanbrekende archeologische ontdekking had gedaan. Zou deze vondst in verband kunnen worden gebracht met zijn dood? En wie zijn de sinistere neonazistische groeperingen die Dan bedreigden?

Ruth reist naar Blackpool om op onderzoek uit te gaan maar dat blijkt niet zonder gevaar voor haarzelf en voor iedereen die haar dierbaar is...

Archeologe Ruth Galloway heeft een lichaam opgegraven op het terrein van Norwich Castle dat ooit een gevangenis was. Het zou Jemima Green kunnen zijn, ooit opgehangen voor de moord op vijf kinderen.

Inspecteur Harry Nelson heeft geen tijd voor moordenaars van lang geleden. Hij onderzoekt de zaak van drie baby’s die allen dood zijn aangetroffen in hun huis, in dezelfde buurt.

Dan raakt er een kind vermist. Kan de ontvoering in verband worden gebracht met de zaak van de lang overleden Jemima Green...?

Wanneer inspecteur Harry Nelson de hulp inschakelt van Ruth Galloway bij de vondst van een lijk in oud gevechtsvliegtuig, realiseert zij zich al snel dat het skelet onmogelijk de piloot kan zijn. DNA-testen identificeren de man als Fred Blackstock, een lokale aristocraat die dood op zee was gemeld.

De gebeurtenissen worden verder bemoeilijkt door een tv-maatschappij die een film wil maken over de verlaten luchtmachtbases van Norfolk, de zogenaamde Ghost Fields, die gedeeltelijk zijn omgebouwd tot een varkensboerderij die wordt gerund door een van de nazaten van de Blackstocks.

Dan worden menselijke botten gevonden op de boerderij en wordt een andere Blackstock aangevallen...

Ruth Galloway wordt door inspecteur Harry Nelson betrokken bij een zaak waarbij een dode vrouw in een greppel wordt gevonden, gekleed in een blauwe badjas. De vrouw blijkt patiënt te zijn geweest in het nabijgelegen ziekenhuis, waar ze werd behandeld voor haar verslavingen.

Ondertussen ontvangen diverse vrouwen in het dorp dreigbrieven, gericht op vrouwelijke priesters waarin verwezen wordt naar ‘een vrouw, gekleed in het blauw, huilend om de wereld’.

Terwijl het dorp zich voorbereidt op de jaarlijkse paasopvoering van de kruisiging, is de race begonnen om de moordenaar te ontmaskeren voordat deze opnieuw toeslaat...

Er zijn gekookte menselijke botten gevonden in het web van ondergrondse krijtmijntunnels van Norwich. Wanneer dr. Ruth Galloway ontdekt dat ze onlangs zijn begraven, heeft inspecteur Nelson dus te maken met een moordonderzoek.

Wanneer er een vrouw vermist raakt moeten Ruth en Nelson de duistere geheimen van de tunnels ontrafelen, voordat er meer slachtoffers gemaakt worden. Want zouden de geruchten over kannibalisme en rituele doden waar kunnen zijn...?

Ruth Galloway wil weg uit Norfolk, even ontsnappen aan haar gecompliceerde relatie met inspecteur Harry Nelson. Ze grijpt de uitnodiging van Angelo Morelli van de universiteit van Rome dan ook met beide handen aan. Morelli, met wie Ruth ooit een vluchtige affaire had, heeft enkele Romeinse overblijfselen gevonden die een mysterie lijken te bevatten. Hij vraagt Ruth hem te adviseren en voor Ruth betekent dit eveneens een welkome gratis vakantie in het pittoreske heuvelstadje Castello degli Angeli.

Maar het blijkt niet de ontspannen vakantie te worden die ze zich had voorgesteld: een aardbeving treft het gebied en niet lang daarna schokt een moord de lokale gemeenschap opnieuw...

Inspecteur Nelson heeft dreigbrieven ontvangen waarin staat dat hij ‘naar 'De cirkel van steen' moet gaan en de onschuldigen moet redden die daar begraven liggen. Hij is geschokt; de brieven zijn weliswaar anoniem, maar op de een of andere manier komen ze hem bekend voor. Ze doen denken aan brieven van jaren geleden, brieven in de zaak van ‘De dodencirkel’. Die zaak bracht hem voor het eerst in contact met Ruth Galloway. Maar de afzender van die brieven is dood. Toch?

Ondertussen werkt Ruth aan een opgraving in de Saltmarsh, een zoutmoeras dat onder archeologen bekendstaat als ‘De cirkel van steen’. Daar worden botten gevonden en geïdentificeerd als die van Margaret Lacey, een twaalfjarig meisje dat dertig jaar geleden verdween.

Naarmate de zaak Margaret Lacey vordert, beginnen steeds meer aspecten ervan terug te grijpen op die eerste zaak van ‘De dodencirkel’, en op Scarlet Henderson, het meisje dat Nelson niet kon redden. Het verleden haalt Ruth en Nelson in...

Ruth Galloway heeft een nieuwe baan, een nieuw huis en een nieuwe partner. Bovendien is ze niet langer de forensisch archeoloog van de politie van North Norfolk. Dat is de situatie totdat de veroordeelde moordenaar Ivor March een deal wil sluiten met inspecteur Harry Nelson. Nelson was er altijd zeker van dat March meer vrouwen had vermoord dan waarvoor hij was beschuldigd. Nu bevestigt March dit en biedt aan om Nelson te laten zien waar de andere lichamen begraven liggen - met als voorwaarde dat Ruth het opgraven doet.

Nieuwsgierig, maar aarzelend, stemt Ruth in. March vertelt Ruth dat hij nog vier vrouwen heeft vermoord en dat hun lichamen zijn begraven in de buurt van een dorp dat grenst aan de moerassen. Volgens de overlevering wordt die omgeving beheerst door de zogenaamde lantaarnmannen, mysterieuze figuren die met hun lichten reizigers naar hun dood lokken.

Is Ivor March zelf een lantaarnman die Ruth nu terug naar Norfolk lokt? Wat is hij van plan, en waarom is zij er zo cruciaal voor? En zijn de moorden echt voorbij?

Inspecteur Harry Nelson wordt naar een afgelegen boerderij geroepen waar een echtpaar levenloos is aangetroffen. Moord? Zelfdoding? Een lokale legende spreekt over de Black Shuck, een spookachtige hond die aan mensen verschijnt vlak voordat ze sterven. Nelson negeert dit verhaal, zelfs als op het afscheidsbriefje van de eigenaar staat: ‘Hij ligt begraven in de tuin.’

Ruth Galloway, archeologe in hart en nieren, graaft wél en vindt het lichaam van een gigantische hond. Ruth is niet snel bang, maar deze Black Dog Farm is zelfs voor haar te onheilspellend naar haar zin...

Ruth is in Londen de bezittingen van haar moeder aan het opruimen als ze een verrassende ontdekking doet: een foto van haar huisje in Norfolk, genomen voordat Ruth daar woonde. Haar moeder had altijd een hekel aan het huisje, dus waarom heeft ze er een foto van? De enige aanwijzing staat op de achterkant van de foto: Dawn, 1963.

Ruth keert terug naar Norfolk, vastbesloten het mysterie op te lossen, maar dan breekt Corona uit. Ruth en haar dochter kunnen de deur niet uit en proberen door te gaan met werken en thuisonderwijs. Gelukkig wordt het huis ernaast gehuurd door een aardige vrouw genaamd Zoe, met wie ze bevriend raken terwijl ze op de stoep staan te applaudisseren voor de medische wereld.

Nelson onderzoekt ondertussen een reeks sterfgevallen onder vrouwen die al dan niet zelfmoord zouden zijn. Wanneer hij de sterfgevallen in verband brengt met een archeologische ontdekking, verbreekt hij de avondklok om Ruth te bezoeken. Hij treft haar aan, pratend met haar buurvrouw die hij zich herinnert als een verpleegkundige die ooit werd berecht voor de moord op haar werkgever. Alleen heette ze toen niet Zoe. Toen heette ze Dawn.

Een stel bouwvakkers ontdekt een menselijk skelet achter een muur van café King’s Lynn. Een zaak voor Inspecteur Harry Nelson, die de hulp inschakelt van Ruth Galloway. Ruth ziet meteen dat de botten niet oud zijn. Ze worden geïdentificeerd als de resten van Emily Pickering, een jonge archeologiestudente die sinds de jaren negentig wordt vermist.

Tijdens hun onderzoek ontdekken Nelson en zijn team een ingewikkeld web van relaties binnen de studentengroep waarin Emily verkeerde. Wat was de link tussen de groep en café King’s Lynn?

Ondertussen maakt Ruth zich niet alleen zorgen over deze zaak. De dreiging van de sluiting van haar afdeling en haar steeds ingewikkelder relatie met Harry Nelson, houden haar uit haar slaap.